Netwerk van touw

Flexibel onderwijs voor een lerende regio ontwerpen

Het Friesland College en Friese Poort gaan samen verder als Firda. Een nieuw ROC vraagt om hernieuwde aandacht voor de betekenis van een ROC. Vanuit mijn rol bij het Friesland College denk ik volop mee, maar ook buiten onze school wordt hier druk over nagedacht in programma’s zoals MBO2030 en in de toekomstverkenning middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en wetenschap 2040. Voor deze blog kijk ik niet in een glazen bol, maar wel naar een nabije toekomst voor het ROC.

Regionaal opleidingscentrum

Eigenlijk zegt de uitleg van een ROC al heel veel. Een opleidingscentrum in de regio. Een centrum waar mensen uit de regio een opleiding kunnen volgen om vervolgens in die regio mee te kunnen doen en van betekenis te kunnen zijn. Iets wat niet alleen voor jonge mensen van belang is, maar ook steeds meer voor volwassenen die zich verder willen ontwikkelen. Natuurlijk denk je bij een ROC al snel aan middelbaar beroepsonderwijs, maar een ROC biedt meer. Denk aan inburgering, VAVO en cursussen op allerlei gebieden. Met de komst van practoraten zijn we als ROC al lang niet meer enkel een opleidingscentrum maar ook steeds vaker een onderzoekscentrum waar kennis en inzicht een belangrijk onderdeel zijn om de regio te versterken.

Als ROC kun je dus een cruciale rol spelen in de regio. Niet alleen op gebied van kennis, maar ook op gebied van socialisatie, verbinding en cultuur. Steeds meer scholen zien dat belang en gaan samenwerkingen aan met de ‘buitenwereld’. Dat leidt tot allerlei mooie innovaties, trajecten en oplossingen om jongeren en volwassenen te helpen in hun (verdere) ontwikkeling en professionalisering. Wanneer je die rol als school in de regio weet op te pakken kun je als school ook breder kijken in hoe je het leren wilt faciliteren.

Leeromgeving

Ilya Zitter is bijzonder lector Leeromgevingen in het beroepsonderwijs bij het lectoraat Beroepsonderwijs van Hogeschool Utrecht. Op 25 maart 2021 gaf zij een openbare les over leeromgevingen in het beroepsonderwijs als knooppunt in de maatschappij. Daarin hanteert ze vier verschillende dimensies van leren in het beroepsonderwijs. Ze beschrijft de vier dimensies als volgt:

Leerprocessen bewegen zich tussen twee uiterste vormen: acquisitie en participatie. Acquisitie, oftewel verwerven, gaat over weten en snappen. Bij acquisitie hoort het aanleren van theorie, het verwerven van expliciete kennis en vaardigheden. Aan de andere kant van deze dimensie staat participatie, oftewel deelnemen. Leren door het deelnemen aan een community of practice, de toekomstige beroepsgroep. Leren wordt dan gezien als een wordingsproces, het worden van een vakmens met een eigen (professionele) identiteit.

Daarnaast laat het beroepsonderwijs zich niet vangen in ofwel school, ofwel beroepspraktijk. Ook daar kunnen we een dimensie van maken met aan de ene kant geconstrueerd en aan de andere kant realistisch.
Aan de geconstrueerde kant gaat het vooral om het ontwerpen van veilige, afgeschermde settings waarin studenten stap-voor-stap kunnen werken en leren. In deze settings worden simulaties gebruikt, is veel ruimte voor oefenen en omvat het rolontwerp sterkere sturing en meer begeleiding. De realistische kant is niet of uiterst minimaal vormgegeven. De settings zijn levensecht met alle complexiteit en dynamiek van een praktijk.
In onderstaande figuur zijn deze dimensies weergegeven:

Vanuit deze gedachte ben je als ROC dus een onderdeel van de totale (potentiële) leeromgeving voor de student. Naast deze dimensies beschrijft Ilya Zitter ook vijf ontwerpperspectieven voor een leeromgeving; inhoudelijk, sociaal, ruimtelijk, instrumenteel en temporeel. Met deze vijf ontwerpperspectieven kun je als ROC opnieuw kijken naar hoe je het onderwijs hebt vormgegeven en welke rol je in de regio speelt om deze leeromgeving te realiseren. Indien je meer wilt weten over leeromgevingen in het beroepsonderwijs als knooppunten in onze maatschappij kijk dan zeker de openbare les terug of download de publicatie.

Ontwerpen

Wat kun je waar het beste leren op welke manier, op welk moment en met wie of wat? Zo vat ik voor mezelf de verschillende ontwerp perspectieven samen om (gemakkelijk) te onthouden wanneer ik nadenk over leeromgevingen. Want vanuit die vraag kun je in de huidige tijd komen op hele andere manieren van leren dan vroeger. Je kunt namelijk de school benutten, maar ook de praktijk én nieuwe technologie. Als opleiding zijn er zoveel mogelijkheden om een rijke leeromgeving te creëren. Daarin helpen de eerder genoemde dimensies en ontwerpperspectieven. En wanneer je dan een rijke leeromgeving hebt neergezet, is het van belang dat je daar flexibel mee kunt werken als student. Door te werken met beroepstaken en bouwblokjes kun je studenten heel wat flexibiliteit bieden in die rijke leeromgeving. Daarmee vormt flexibel onderwijs voor mij hét middel om te komen tot een lerende regio waarin het ROC een belangrijke functie heeft om dat leren te ondersteunen.


Reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.