Flexibilisering van het onderwijs, bijna alle scholen zijn ermee bezig. De motieven hiervoor zijn uiteenlopend, van onderwijskundige redenen tot organisatorische redenen. Maar uiteindelijk is de student de ontvanger van dat onderwijs en daarin krijgt de student als het goed is meer mogelijkheden om dat onderwijs voor zichzelf passender te maken. Kan het daarmee uitval voorkomen?
Vaak wordt er aan mij gevraagd; ‘waarom doen we dit nou precies?‘ Zowel voor Firda als voor Npuls ben ik bezig met het onderwijs meer wendbaar maken. Bij Firda spreken we dan zelfs over wendbaar en responsief onderwijs en hebben we de bedoeling als volgt geformuleerd:
Het onderwijs van Firda is wendbaar; het is in staat om zich aan te passen aan een diversiteit aan doelgroepen, aan wat de regio van ons vraagt en aan snel veranderende omstandigheden.
Firda
Wendbaar en responsief onderwijs vraagt aandacht op het gebied van professionaliteit, organisatieontwikkeling en onderwijsinnovatie maar ook om een goede en flexibele organisatie van ons onderwijs welke inzichtelijk is voor onze (aspirant)studenten, docenten en werkveld.
Het biedt verschillende mogelijkheden in het wat, waar, wanneer en hoe een student kan leren. Daarnaast biedt het verschillende mogelijkheden voor instroom, doorstroom en een leven lang ontwikkelen. Hiermee willen we als Firda inspelen op dat wat de student en regio van ons vraagt en wat wij kunnen toevoegen. Daarmee maken we ons onderwijs passender, uitdagender en betekenisvoller.
De ambities zijn groot en tegelijkertijd zijn de uitdagingen dat ook. Studenten hebben steeds meer ballen in de lucht te houden, de prestatiedruk wordt steeds groter evenals (daaruit voortkomende) mentale problemen. Dan ligt uitval op de loer. Uitval omdat er gewerkt moet worden, uitval omdat er gezorgd moet worden, uitval omdat het teveel is, uitval omdat de opleiding niet past, noem maar op. Ook hier zijn de motieven uiteenlopend, maar wil je de door ‘school beïnvloedbare redenen’ zoveel mogelijk wegnemen. Of misschien zelfs wel een positieve bijdrage leveren aan redenen waarvoor je als school niet verantwoordelijk bent, maar wel ruimte voor kunt bieden in het leertraject van de student.
Niet allemaal hetzelfde
Ik heb acht jaar voor de klas gestaan als docent, SLB’er en alles wat erbij komt kijken en heb toen geleerd dat studenten alles behalve gelijk zijn. En dat wanneer ik iedereen een beetje ongelijk behandelde, ze vaak het beste uit de verf kwamen. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten, valkuilen, zorgen en ambities. Daarop inspelen en dat per persoon benutten vond ik altijd de leukste uitdaging van het docentschap. Tegelijkertijd bleef dat vaak op persoonlijk niveau hangen, omdat echte grote aanpassingen in het leertraject toen nog niet mogelijk waren. Tegenwoordig zijn er al meer mogelijkheden in het mbo met de komst van keuzedelen en blended leren, maar blijft het toch nog behoorlijk binnen de lijntjes kleuren van een opleiding, wet- en regelgeving en andere kaders die we met elkaar hebben afgesproken.
Kaders geven ruimte, maar de kaders worden oud. Het begint te knellen. Het mogelijk maken van meerdere leerwegen, het volgen en verzilveren van kleinere onderwijseenheden en onderwijseenheden volgen over de eigen opleiding heen zijn slechts enkele doelen van Npuls – maar wel belangrijke onderdelen voor het meer wendbaar maken van het onderwijs zodat studenten meer op maat onderwijs kunnen volgen. Dat moet ruimte bieden om studenten meer tegemoet te komen in de wensen die ze hebben, al dan niet ingegeven vanuit iets positiefs of iets negatiefs zoals eerder beschreven. Want vaak zorgen die negatieve invloeden ervoor dat een student uitvalt. Vooral wanneer deze negatieve invloeden niet een passende plek kunnen krijgen in hun leertraject.
Flexibel onderwijs als oplossing?
Als we als onderwijs in staat zijn om adequaat te reageren op onvoorziene omstandigheden bij de student kunnen we studenten beter bedienen en wellicht beter binnen boord houden. Of juist een ‘pauze van school’ gunnen zonder nare consequenties zoals gedoe met studiefinanciering of het verliezen van behaalde resultaten. Flexibel onderwijs zou in staat moeten zijn om het onderwijs te pauzeren, te vertragen, te versnellen, te verbreden, te verdiepen, delen te verzilveren en de algemene toegankelijkheid te bevorderen. Daarmee kunnen we ‘ongelijk‘ onderwijs bieden en daarmee studenten gelijke kansen gunnen.
Terwijl ik dit opschrijf weet ik dat veel docenten, beleidsmedewerkers, directeuren en bestuurders van scholen dit heel graag willen, maar oplopen tegen muren van onmogelijkheden. Onmogelijkheden als het gaat om systemen, wet- en regelgeving, beleid, financiering en ga zo maar door. Dat is dus iets waar we ook flexibiliteit in moeten zien te krijgen. Programma’s als Npuls kunnen (en gaan – wat mij betreft) daar een bijdrage aan leveren. Maar ik roep iedereen op om vanuit de eigen rol hier een bijdrage aan te leveren. Want als we echt willen werken aan studiesucces, het verminderen van uitval en het bevorderen van het welzijn van onze studenten moeten we werk maken van meer wendbaar georganiseerd onderwijs.
Geef een reactie