De afgelopen maanden heb ik mij verdiept in het thema microcredentials. Ervaringen vanuit het hbo en wo komen daarbij samen met (mijn persoonlijke) ideeën en kansen voor het mbo. En ondanks dat het nog allemaal in de planfase zit, krijg ik wel steeds meer beelden hoe het zou kunnen werken voor het mbo. Deze beelden deel ik graag via deze blog.
Als eerste is het goed om te weten dat microcredentials op dit moment in het hbo en wo alleen een rol spelen in het niet door de overheid bekostigd onderwijs, in het mbo ook wel aangeduid als ‘derde leerweg’.
Dat is voor nu een logische keuze omdat microcredentials zich nu richten op kortdurende onderwijseenheden die gericht zijn op professionals. Het gaat dus niet om volledige diplomatrajecten of startkwalificaties.
Kortdurende onderwijseenheid
Zo’n kortdurende onderwijseenheid kent vooraf vastgestelde leeruitkomsten. Wanneer de lerende deze leeruitkomsten heeft aangetoond wordt een microcredential uitgereikt. Daarmee hebben we dus meteen een lading gegeven aan het woord microcredential. Het is een kortdurende, opzichzelfstaande onderwijseenheid met leeruitkomsten.
Nu zou je kunnen zeggen dat we dat al kennen in het mbo, met keuzedelen en mbo-certificaten bijvoorbeeld. Maar deze eenheden zijn nu landelijk vastgesteld en kennen daardoor voor het ontwikkelen daarvan een bepaalde doorlooptijd. Het idee achter microcredentials voor het mbo zou kunnen zijn dat je als mbo-instelling dit zelfstandig zou kunnen doen waardoor je, samen met het regionale werkveld, veel sneller kunt inspelen op de arbeidsmarktvragen die er leven. Dit is namelijk momenteel ook de werkwijze in het hbo en wo.
Sneller kunnen inspelen op de vraag
Doordat je het niet landelijk hoeft te laten vaststellen kun je veel sneller inspelen op de vraag. Maar je moet natuurlijk wel kwaliteit bieden: een microcredential moet ook zijn waarde kennen en hebben voor de arbeidsmarkt. Daarvoor hebben het hbo en wo een landelijk kwaliteitskader ingesteld, zodat je op die manier de kwaliteit middels bepaalde standaarden en uitgangspunten kunt borgen. Eenzelfde kader zou in het mbo goed kunnen werken lijkt mij.
Digitaal certificaat
Wanneer de lerende de leeruitkomsten heeft aangetoond kan hij of zij hiervan een bewijs krijgen in de vorm van een digitaal certificaat. Dat noemen we vaak een microcredential, maar zoals je net hebt gelezen is een microcredential meer dan enkel het eindresultaat: het kent ook standaarden, kaders en inhoud. Dus in deze context weet je nu dat een microcredential meer is dan enkel het digitale certificaat. Een dergelijk certificaat wordt in het hbo en wo uitgereikt als Edubadge, iets waar in het mbo tijdens ‘Doorpakken op digitalisering’ ook ervaring mee is opgedaan en een interessante manier is om hier vorm aan te geven.
Dit is voor mij in het kort wat een microcredential kan zijn in het mbo. Hier zit nog een wereld achter, maar op basis van mijn ervaringen tot nu toe zie ik volop kansen om middels microcredentials in het mbo nog sneller en slagvaardiger in te kunnen spelen op de regionale vraagstukken.
Wendbaar georganiseerd onderwijs
Vanuit Npuls zullen we vanuit de hub ‘Wendbaar georganiseerd onderwijs’ microcredentials verder gaan onderzoeken om te kijken hoe het exact kan werken voor het mbo.
Geef een reactie