black wall plugs

Standaarden als nieuwe standaard 

Binnen het onderwijs werken we steeds meer met standaarden. Standaarden rondom benaming, codering, processen en werkwijze. Waarom? Om elkaar goed te begrijpen, om niet steeds het wiel uit te vinden, en om onze systemen, mensen en tijd zo goed mogelijk te benutten – zodat we meer tijd en aandacht kunnen besteden aan ons onderwijs en de studenten. 

Nuttige standaarden

Standaarden zijn allesbehalve nieuw. Een aantal voorbeelden van dagelijkse zaken die we hebben gestandaardiseerd in de loop der tijd: 

  1. Stopcontacten en stekker: stel je voor dat je voor ieder stopcontact een andere stekker nodig zou hebben, hoeveel stekkers zou je dan wel niet moeten hebben?
  2. Tijdzones: stel je voor dat je in iedere Nederlandse stad of dorp een andere tijdszone zou hebben, hoe zou je dan met elkaar kunnen afspreken?
  3. Betalingen: stel je voor dat je voor iedere pinbetaling een andere pinpas nodig zou hebben, hoeveel pasjes zou je dan wel niet moeten meenemen?
  4. Taal: stel je voor dat je voor ieder woord wat je schrijft een nieuwe taal moet bedenken met nieuwe letters, hoeveel letters zou je dan wel niet moeten onthouden? 

Het lijken alledaagse dingen, maar wanneer je bijvoorbeeld naar Londen reist merk je meteen het verschil aangaande stopcontacten, stekkers, tijdzone en bijvoorbeeld taal. 

Hoe standaarden op elkaar inwerken

Standaarden bestaan niet alleen zelfstandig, ze werken vaak samen in een keten. Denk daarbij aan de eerdere voorbeelden van stopcontacten, tijdzones en betaling. 

Op het vasteland van Europa hebben we één soort stopcontact, een duidelijke verdeling in tijdzones en binnen de Eurozone één officiële munt: de euro. Hierdoor kun je gemakkelijk even een weekendje weg naar Parijs bijvoorbeeld: je hoeft geen arsenaal aan stekkers mee te nemen, je kunt gewoon met de euro betalen en je hoeft je horloge niet aan te passen. 

Door deze standaarden kunnen we behoorlijk flexibel door Europa reizen. We kunnen overal onze telefoon opladen, overal de benzinetank volgooien en overal via Wi-Fi verbinding maken met het internet. Dat komt allemaal dankzij afspraken die gemaakt zijn over standaarden. Afspraken kunnen dan bijvoorbeeld gaan over de inhoud, specificaties, vorm of functie van een product, proces, code of service. 

Dat werkt vlekkeloos totdat er aanpassingen komen op standaarden die niet zijn besproken of afgesproken met andere belanghebbenden. Stel je voor dat de in de specificaties van de Wi-Fi verbinding door één leverancier iets wordt aangepast omdat het voor die leverancier daardoor een bepaald proces makkelijker werkt. Door zo’n aanpassing zouden wellicht een aantal apparaten geen verbinding meer kunnen maken met het internet. En wanneer die apparaten een verbinding nodig hebben met het internet om te kunnen functioneren zoals een mobiele telefoon, deurbel of thermostaat – dan werken ze niet meer. 

Dat kan vervolgens voor de gebruiker heel vervelend worden want je bent daardoor misschien niet meer bereikbaar of zit thuis in de kou omdat je de verwarming niet meer kunt regelen. 

Het klinkt misschien als een vergezocht voorbeeld, maar als het gaat om data zijn dit soort afspraken over standaarden van groot belang en kan het aanpassen van een enkele letter in een bepaalde code ervoor zorgen dat koppelingen, informatiestromen of systemen niet meer werken. 

Standaarden in systemen

Onze computers zitten ook vol met standaarden. Door deze standaarden kunnen we nagenoeg overal verbinding maken met internet via Wi-Fi, een USB-apparaat aansluiten of de computer besturen via een bluetooth muis. Dit soort standaarden maken het dagelijkse werk van de gebruiker makkelijker en plezieriger. Net zoals de voorbeelden die eerder zijn beschreven. Maar voor de fabrikant zijn deze standaarden ook interessant, want wanneer je iets maakt wat door middel van een standaard door veel mensen gebruikt kan worden is dat erg aantrekkelijk: je kunt er simpelweg meer van verkopen. 

Daarnaast maken standaarden ook meer mogelijk. Zo wordt er de laatste jaren gewerkt aan ‘matter’ een standaard waardoor slimme systemen rondom lampen, deurbellen, stofzuigers, Tv’s en luidsprekers met elkaar kunnen ‘praten’ – ondanks dat ze allemaal ook hun eigen standaarden kennen (verder lezen). Apple, Google, Samsung, Bosch en nog eens 200 andere fabrikanten van producten die wij dagelijks gebruiken werken via dit initiatief samen om (hun) producten en diensten beter op elkaar aan te laten sluiten – waardoor je er meer mee kunt als gebruiker. 

Samenwerking in het onderwijs

Standaarden ontstaan dus niet zomaar, je hebt iets of iemand nodig die het initiatief neemt om met een aantal anderen om tafel te gaan en afspraken te maken. Vervolgens moeten deze afspraken worden getoetst bij belanghebbenden en reeds bestaande standaarden. Daarna kun je die gemaakte afspraken tot standaard bestempelen, maar daarmee ben je er nog niet. Een standaard gaat pas werken als het ook als standaard benut wordt, niet alleen door de initiatiefnemers, maar het liefst door zoveel mogelijk mensen. 

In het mbo, hbo en wo is de OOAPI een mooi voorbeeld van een standaard. In deze standaard zijn een groot aantal zaken beschreven die ervoor zorgen dat verschillende systemen in het onderwijs met elkaar kunnen ‘praten’ en elkaar ook ‘verstaan’. In het mbo wordt de OOAPI bijvoorbeeld benut voor koppelingen tussen systemen die te maken hebben met examinering (lees verder). In het wo wordt de OOAPI bijvoorbeeld benut voor koppelingen tussen systemen die te maken hebben met het mogelijk maken van keuzes voor studenten (lees verder). En zo zijn er steeds meer standaarden in het onderwijs te ontdekken. Niet alleen op landelijk niveau, maar ook zeker op instellings-niveau. 

Standaarden geven flexibiliteit

Door binnen je eigen school te werken met standaarden kun je systemen beter op elkaar laten aansluiten, veel handwerk voorkomen en meer tijd besteden aan processen die niet standaard zijn. 

Daarnaast maken standaarden flexibiliteit mogelijk. Denk maar aan LEGO, waarbij de steentjes allemaal eenzelfde standaard manier van koppelen hebben, waardoor je eindeloos veel variaties kunt maken (verder lezen). Nu bijna alle scholen werk maken van flexibilisering wordt de roep om standaarden ook groter. Niet alleen binnen de school, maar ook over scholen heen – zodat je landelijke uitwisseling van studenten, docenten, inhoud en gegevens beter kunt faciliteren. Dat vraagt initiatief, samenwerking en commitment om met elkaar te komen tot afspraken, standaarden en het naleven van die standaarden. Daardoor verliezen we soms wat autonomie, maar winnen we een berg aan nieuwe mogelijkheden, gemak en tijd: voor het onderwijs en onze studenten. Vanuit programma’s zoals Npuls werken we met het mbo, hbo en wo aan gezamenlijke standaarden op verschillende gebieden (lees verder).


Reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.